Benieuwd hoe andere jongeren “uit de kast” zijn gekomen? Op de website Dito.nl staan Coming Out verhalen. Zo ook het verhaal van Joost. Op de middelbare school merkte Joost dat hij anders was, alleen kon hij niet precies duiden hóe. Jongens in zijn klas hadden het over tieten en lekkere meiden, iets waar Joost zich totaal niet mee bezighield.
Joost vond meisjes leuk en aardig, soms mooi, maar daar hield het op. Van aantrekking of lust was geen sprake. Toch was niet meteen duidelijk dat Joost ‘dus op jongens valt’. Zo logisch was dat niet; het duurde even voordat Joost doorhad hoe het zat.
Joost schreef: “Terugkijkend was het vanaf mijn dertiende al aan de gang, maar het is een vrij langzaam proces. Je bent nog te jong om stellig te kunnen zeggen: ‘dit is wie ik ben’. Dat kan niemand op die leeftijd, ongeacht geaardheid. Ik heb dan ook wat vriendinnetjes gehad, maar werd niet echt geprikkeld. Nog steeds zoen ik heel soms een meisje. Waarom weet ik niet. Misschien om vragen te vermijden. Toch weet ik zeker dat ik níet op meisjes val. Vooral na een aantal intieme ervaringen met jongens. Die bevestigden dat het klopt: ik voel lust en prikkeling, wat ik met meiden simpelweg niet heb. Eind vorig jaar was ik klaar met mijn ontwijkende gedrag. Ik erkende voor mezelf dat ik vooral tot jongens ben aangetrokken en besloot het thuis te vertellen. Dat weekend zouden mijn zussen, waarvan er één lesbisch is, ook thuis zijn. Je zou denken dat het minder moeilijk was omdat mijn zus mij is voorgegaan, maar dat was niet zo. Ik blokkeerde volledig en heb uiteindelijk niets gezegd. Eenmaal terug op mijn kamer in Nijmegen heb ik een mail aan ze gestuurd met daarin mijn coming out. Mijn zus mailde meteen grappig terug: ‘Vertel eens iets nieuws!’. Mijn moeder belde en moest huilen. Niet vanwege mijn geaardheid, maar gewoon, uit opluchting. Mijn vader reageerde ook heel positief. Toen ik ze weer zag kreeg ik een dikke knuffel en schoven we aan tafel alsof er niks veranderd was. En dat is ook zo. Ik ben nog steeds de persoon die ik eerst was, mijn geaardheid is maar één aspect. Mijn vrienden weten het allemaal, en mijn huisgenoten ook. De enige plek waar bijna niemand het weet, is hier op de HAN. Ik studeer Fysiotherapie, en er wordt veel geoefend op elkaars lichaam. Ik wil niet dat iemand zich ongemakkelijk voelt, en ben er nog niet aan toe om de confrontatie daarover aan te gaan. Het is een rotgevoel, want ik merk steeds meer de drang om gewoon mezelf te willen zijn, en niet steeds rekening te houden met ‘hoe een ander zich eventueel voelt’. Daarmee bedoel ik dat ik niet steeds mijn woorden moet monitoren. Kom ik niet te gay over? Straks denken ze dat ik op hen val! Ik kan er echt van in de war zijn. De drang om me vrij te voelen, ondanks eventuele conflicten, wordt steeds sterker. Voorlopig houd ik het nog voor mezelf, maar hoe lang nog, betwijfel ik.”